De juiste plaats en volume van de vijver hangt af van het vijvertype maar ook van een aantal waterplanten zoals waterlelies en zuurstofplanten die toch voldoende licht en warmte nodig hebben. Ook koudbloedige dieren zoals vissen hebben nood aan warmte.
Plaats
- De hoeveelheid licht is een belangrijk Zie je graag bloeiende planten probeer er dan voor te zorgen dat de vijver voldoende zonlicht krijgt. Dit geldt zeker wanneer je waterlelies wilt houden, die slecht tot niet bloeien in de schaduw. Ook zuurstofplanten hebben het nodige zonlicht nodig om effectief te kunnen zijn. Een vijver zou minimum 6 uur per dag zonlicht nodig hebben. Schaduw op de middag is ideaal. Volle zon is daarentegen af te raden. Zeker bij vijvers met minder volume en diepte die te snel opwarmen met algenbloei tot gevolg.
- Grote bomen kunnen problemen geven en dit niet alleen vanwege hun schaduw, maar ook omwille van bladeren die in het water vallen. In de herfst kunnen bladeren die ontbinden een grote organische belasting zijn voor het vijver biotoop Een net en/of skimmer kunnen dit deels opvangen. Ook zijn sommige boombladeren min of meer giftig. In grote aantallen kunnen ze het water van een kleine vijver belasten met hun gifstoffen. Dennen in de onmiddellijke omgeving kunnen met hun naalden het water verzuren. Andere problemen die bomen kunnen veroorzaken zijn doorboren van de vijverfolie met hun zware wortels of grote vallende takken.
- Heggen en tuinafsluitingen zijn nuttig omdat ze de wind kunnen tegenhouden. Zo krijg je een klein microklimaatje aan de vijver. Hoge oeverplanten en moerasplanten waaien minder om en in de winter is de vijver net iets beter tegen vrieskou beschermd. In de lente kunnen warmte behoeftige waterplanten en waterdieren zoals vissen hun voordele halen uit de beschutting.
- Op natuurvijvers na die we beter aanleggen op een wat afgelegen, rustige plaats leggen we andere vijvers zoals siervijvers, koivijvers en zwemvijvers aan in de buurt van ons huis, in de nabijheid van een terras en met zicht vanuit de leefomgeving op de vijver.
Volume
Een foute bedenking die gemaakt wordt is dat kleine vijver gemakkelijker zouden zijn maar niets is minder waar! Het principe is hetzelfde als bij aquariums. Hoe kleiner het volume hoe moeilijker je een natuurlijk evenwicht bekomt. Kleine vijvers zijn vatbaar voor van alles en nog wat. Ze warmen bijvoorbeeld enorm snel op waardoor je met een overdosis algen te maken zal hebben. Grotere vijvers zijn veel minder onderhevig en zullen makkelijker een natuurlijk evenwicht bereiken. Hoe beter dit evenwicht in balans is hoe minder werk en problemen je zal hebben.
- Vijvertjes met een volume tot een 5m3 zijn eigenlijk te klein om in evenwicht te komen en worden al gauw probleemvijvertjes. Dan ga je best op zoek naar een alternatief.
- Middelgrote vijvers met een volume van 5 tot 10m3 zijn veel makkelijker in evenwicht te krijgen.
- 15m3 of meer, dan moet je zeker niet twijfelen. Deze vijvers warmen minder snel op en hun evenwicht zal niet makkelijk verstoord raken. Ook zullen je vissen veel minder vatbaar zijn voor ziektes.
- Voor koivijvers geldt de regel hoe meer volume hoe beter. Hoe stabieler het vijver milieu hoe beter voor de gezondheid van de koi. Schommelingen van 3 graden watertemperatuur in een dag en schommelingen in de zuurtegraad (pH) worden slecht verdragen.
- Hoe groter de vijver hoe minder problemen.
