Het zijn koi (Nishikigoi) of ook nog kleurkarpers of sierkarpers genoemd maar er is meer over te vertellen
Dit artikel is speciaal geschreven voor beginnende koi liefhebbers die graag een woordje koi meepraten bij de koi dealer of koi show. Enkel de basis naamgeving komt aan bod. Ik ga niet diep graven in de verschillende variëteiten of de eisen waaraan een koi moet voldoen.
De bedoeling van dit artikel is dat je kunt zeggen “Kijk die Kohaku is bijzonder mooi” in plaats van “Kijk daar die witte vis met rode vlekken, die is bijzonder mooi.” Het artikel helpt je ook bij het zien van een koinaam om de koi te situeren.
Het meervoud van Koi
De meervoudsvorm van koi is gewoon koi. Geen koi”s, kois of koien. Je zegt dus”Ik heb 10 koi in mijn vijver” en niet “ik heb 10 koi”s.”
Enkele vertalingen
Vooraleer we beginnen met het geven van een naam aan koi kennen we best enkele basis vertalingen:
- Ai = blauw
- Aka = rood als basiskleur van de koi
- Beni = Oranjerood als basiskleur van de koi
- Cha = bruin
- Gin = zilver metaalkleurig
- Hi = rood, gebruikt om een patroon (vlek) op een koi aan te duiden
- Ki = geel
- Kin = goud metaalkleurig
- Moyo = meerkleurig
- Muji = éénkleurig
- Oranji = oranje
- Platinum = wit metaalkleurig
- Shiro = wit
- Sumi = zwart, gebruikt om een patroon (vlek) op een koi aan te duiden
- Yamabuki = Geel metaalkleurig
- Doitsu = een koi zonder het gewone schubpatroon
- Ginrin = een koi waarvan enkele schubben opvallen doordat ze blinken
Voor meer vertalingen uit het koi jargon verwijs ik naar de complete woordenlijst met vijver en koi termen.
Basiskleuren en patronen
Elke koi heeft een basiskleur of ook achtergrondkleur genoemd. De basiskleur kan wit, zwart of een andere kleur zijn. Je kunt de basiskleur bestempelen als een soort van hoofdkleur.
Sommige koi hebben meer dan 1 kleur op hun lichaam. Twee, drie of meerdere kleuren. Deze kleuren kunnen we algemeen bestempelen als patronen (vlekken) die op een basiskleur liggen.
Geschubde en niet geschubde koi
Koi kan men in feite, afhankelijk van hun huidstructuur, ongeacht de kleuren en tekening verdelen in twee grote groepen:
De volledig geschubde koi = Wagoi
Koi zonder schubben = Doitsu-goi
Koi hebben normaal op hun lichaam schubben maar bij sommige koi beperken de schubben zich tot twee rijen aan beide zijden van de rugvin en/of nog een rij schubben op de zijflanken. Deze koi zijn Doitsu koi. Bij vele hieronder genoemde koi variëteiten kunnen doitsu versies voorkomen. De naamgeving is dan ook éénvoudig en we plaatsen gewoon Doitsu voor hun eigenlijke naam. Met uitzondering van Shusui want dat is een Doitsu variant van de Asagi.
De koi variëteiten
Er zijn op dit moment 14 geklasseerde koi variëteiten. Binnen een variëteit kunnen koi dan nog eens andere benamingen (neven variëteiten) krijgen maar hier gaan we met dit artikel niet verder op in.
Metaal- en niet metaalkleurige koi
Bij de 14 geklasseerde koi variëteiten zijn er zowel metaalkleurige koi en niet metaalkleurige. De niet-metaalkleurige koi worden vertegenwoordigd in 11 variëteiten en de metaalkleurige in 3 variëteiten.
De metaal- en niet-metaalkleurige koi kan je goed uit elkaar houden. De metaalkleurige koi hebben een soort van vernislaagje wat meer blinkt.
Namen geven
Kohaku
Een koi met een witte basiskleur waarop zich één of meerdere rode patronen (hi) bevinden noemt men een Kohaku. Het is een niet-metaalkleurige koi. Let op. Een witte koi, ook niet metaalkleurig maar enkel met rood op het hoofd is geen Kohaku maar een Tancho.
Sanke
Sanke is zijn verkorte naam maar officieel is het Taisho Sanshoku. Het is een niet-metaalkleurige koi met drie kleuren. Een witte basiskleur waarop zich grote rode patronen (hi) bevinden en waaraan kleinere zwarte spots zijn toegevoegd (sumi).
Om de Sanke gemakkelijk te onthouden zou je hem kunnen vergelijken met een Kohaku maar waarop enkele kleinere zwarte (sumi) spots (kleinere patronen) zijn geplaatst.
Showa
Ook dit is een korte naam voor de officiële Showa Sanshoku. Ook de Showa is een driekleurige koi zonder metaalkleur. De kleuren zijn ook wit, zwart en rood maar de Showa heeft een zwarte basiskleur. Verwar een Showa dus niet met een Sanke. Omdat de Showa een zwarte basis heeft zal deze kleur ook algemeen het meest aanwezig zijn. Bij de Sanke is het zwart minder talrijk aanwezig.
Tancho
Tancho is een niet-metaalkleurige volledig witte koi met enkel en alleen een rood (hi) patroon op het hoofd. Verwar niet met een Kohaku. Er bestaat ook Tancho Kohaku, Tancho Sanke en Tancho Showa. Dit zijn koi waarvan je de beschrijving hierboven hebt gekregen maar waarbij het hoofd een apart rode vlek heeft en waarbij het rood van de rest van het lichaam weg is.
Bekko
Een Bekko is een tweekleurige koi, eveneens zonder metaalkleur. De basiskleur kan wit (shiro), rood (aka) of geel (ki) zijn waarop zich dan zwarte (sumi) patronen bevinden. Net zoals de Sanke zijn de zwarte patronen eerder spots (kleinere vlekken). De Bekko is te vergelijken met een Sanke maar waarvan één kleur ontbreekt. Er bestaat dus een Shiro Bekko, een Aka Bekko en een Ki Bekko.
Utsurimono
Utsurimono“s kortweg Utsuri”s zijn niet-metaalkleurige koi bestaande uit twee kleuren waarvan zwart de basis is en waarop een wit (shiro), geel (ki) of rood (hi) patroon is aangebracht. Utsuri wordt vaak verward met een Bekko maar net zoals verschil Sanke versus Showa kunnen we hetzelfde vertellen over de Bekko versus Utsuri. Omdat de Utsuri een zwarte basis heeft zal deze kleur ook primeren. We kunnen een Utsuri dus vergelijken met een Showa maar waar één kleur van ontbreekt.
Asagi
Een Asagi is een niet-metaalkleurige, licht-blauwe koi waarvan de schubben een netpatroon vormen. Elke schub heeft een donkerblauw centrum en is afgeboord met een wit of lichtblauwe kleur.
Shusui
De Shusui is te vergelijken met een Asagi alleen is het schubpatroon anders. De Asagi beschikt over een volledig geschubd lichaam. De Shusui niet. De Shusui heeft aan beide zijden van de rugvin slechts twee rijen van grote blauwe schubben. Sommige Shusui”s hebben ook nog eens een rij van grote schubben op de zijflanken. Shusui kunnen we bestempelen als een Doitsu versie van de Asagi.
Koromo
Koromo is een niet-metaalglanzende koi waarbij de rode patronen (hi) overschaduwd zijn door een netpatroon. Vergelijk de Koromo met een Kohaku met een rood hi-patroon waarvan de rode zones bedekt zijn met een netpatroon. Het netpatroon wordt mogelijk gemaakt omdat de rode schubben een donkere rand hebben.
Dit waren de gemakkelijke variëteiten. Onthoudt dat dit slechts een hoofdindeling is. Elke bovenstaande variëteit kan nog meerdere koi herbergen (neven-variëteiten) met elk hun specifieke naam. Bij Kohaku bijvoorbeeld hebben we nog benamingen zoals Nidan Kohaku (2 rode patronen), Sandan Kohaku (3 rode patronen) en zo verder maar dit zou het artikel te moeilijk maken. Het is vooral belangrijk dat je de basis herkennen van koi onder de knie hebt.
Kawarimono
Nu wordt het een stuk ingewikkelder. Alle niet-metaalkleurige koi die niet in een erkende variëteit (hierboven) kunnen ondergebracht worden behoren tot de Kawarimono variëteit. Zo hebben we éénkleurige (niet-metaalkleurige) koi, kruisingen, eigenaardige koi en Karasugoi (zwarte koi) die allemaal in de groep van Kawarimono worden geplaatst.
Koi die tot deze variëteit behoren worden niet aangesproken met Kawarimono maar gewoon met hun eigen naam. Zo spreekt met bijvoorbeeld niet van Kawarimono Chagoi maar van Chagoi. Er zijn tientallen variëteiten binnen de Kawarimono soort maar laten we de belangrijkste even bekijken.
- Chagoi: De chagoi is een bruine, roest tot groenig éénkleurige koi.
- Shiro Muji (witte koi), Aka Muji (rode koi), Beni Goi (dieprode koi), Ki Goi (lichtgele koi), Sora Goi (koi met grijs/blauwe kleur)
Let wel, enkel de éénkleurige koi zonder metaalkleur behoren tot de groep van Kawarimono.
De éénkleurige koi die ook nog eens een netpatroon op de schubben hebben krijgen de naam Matsuba. Bijvoorbeeld Shiro Matsuba is een witte koi maar met een dennenappelpatroon.
- Ochiba Shigure: Is een grijze koi met bruine patronen
- Goshiki: Goshiki zijn vijf kleurige koi en beschikken over de kleuren wit, zwart, rood, blauw en donker-blauw. Omdat de afstammelingen zijn van de Asagi hebben ze ook dat specifieke netpatroon zoals dat van Asagi.
Er zijn nog veel meer koi binnen de Kawarimono variëteit.
Na de niet-metaalkleurige koi aan bod te zijn geweest komen we nu bij de metaalkleurige koi. Het zijn koi die als het ware overgoten zijn met een vernislaag en dus extra blinken. De drie variëteiten die tot de metaalglanzende koi behoren kunnen we herkennen doordat de variëteitnaam voorafgegaan wordt door Hikari doch wordt bij de naamgeving net zoals bij de Kawarimono variëteit deze naam niet gebruikt en gebruikt men enkel de eigen naam van de koi. Men spreekt dus niet van een Hikari Mujimono Yamabuki Ogon maar gewoon van Yamabuki Ogon.
Hikari Muji-mono
Hikari Muji zijn éénkleurige koi met een metaalglans. Ze zijn beter bekend als Ogons.
Platinum Ogon en Yamabuki Ogon zijn de bekendste. De Platinum Ogon is een witte koi met een metaalglans. De Yamabuki Ogon heeft een gele kleur.
Matsuba Ogon zijn Ogons waarbij de shubben een donkere kern hebben met lichte randen. De schubben geven een dennenappeleffect. Gin Matsuba is een zilverkleurige koi en de Kin Matsuba een goudkleurige.
Er zijn nog andere koi die tot de Hikari Myjimono behoren.
Hikari Moyo-mono
Hikari Moyo zijn meerkleurige koi met een metaalglans over de schubben. Het is een variëteit met koi die ontstaan zijn uit het kruisen van een Ogon met eender welke andere variëteit met een witte basiskleur. Binnen de Hikari Moyo variëteit zijn er ook nog de Hariwake koi. Het zijn koi met twee kleuren. Een platinum basis met een metaalglans in oranje of goud.
Ook hier weer veel vertegenwoordigers maar Kujaku is de meest bekende.
- Kojaku: Is een platinum koi met grote rode (hi- patronen. De schubben zijn overlapt met een zwart matsuba patroon (netpatroon). Kojaku kent een aantal neven-variëteiten.
Hikari Utsuri-mono
Metaalglanzende koi. Hikari Utsuri is bekomen door het kruisen van een Ogon met een koi met zwarte basis (Showa of Utsurimono). De koi die tot deze variëteit behoren zien er uit als de niet-metaalglanzende showa of Utsurimono maar met dat verschil dat ze nu wel een metaalglans hebben.
Hun naam Showa of (Shiro, Ki, Hi) Utsuri wordt dan voorafgegaan door Kin (indien ze een gouden metaalglans hebben) of Gin (als ze een zilver metaalglans hebben). We kunnen dus koi krijgen met de benaming Kin Showa, Kin Hi Utsuri enz.
Kin Gin Rin
Kin Gin Rin zijn de laatste koi variëteit. Het zijn niet-metaalglanzende koi maar waarvan de schubben een glinstering hebben. Kin (gouden) en/of Gin (zilveren) schubben op de rug. Hun volledige lichaam is dus niet bedekt door een glanslaag. Het zijn enkele schubben die erg opvallen doordat ze glinsteren. Koi met meer dan 20 glinsterende schubben mogen we Kin Gin Rin noemen. Kin Gin Rin kan in elke variëteit voorkomen en van zodra ze voldoen om bij Kin Gin Rin te behoren plaatsen we Ginrin voor hun naam. Een Showa die meer dan 20 glinsterende schubben heeft noemen we zo Ginrin Showa om een voorbeeld te geven.
Tot slot
Ik hoop met dit artikel de doulhof van allerlei koi namen en koi variëteiten toegankelijker te hebben gemaakt. Vanaf nu spreek je een mondje koi en hoort u bij de echte koifreak. Met de andere, uitgebreidere artikels kun je je verder verdiepen in deze materie.