Baars (Perca fluviatilis) behoort tot de familie van de echte baarzen, die 126 zoetwatersoorten omvat. Baars komt van nature in gans Europa voor, met uitzondering van het zuiden, waar hij niet inheems is. Hij leeft er in allerlei stilstaand en (langzaam) stromend water tot een hoogte van 1200 meter. Baars komt ook voor in brakwater.
Het lichaam wordt gecamoufleerd door streeptekeningen. De kleur wisselt sterk naargelang de afkomst. Exemplaren die tussen planten leven in de buurt van de oever zijn het kleurigst. Ze zijn mooi messingglanzend tot groenachtig, met donkere dwarsbanden en geelachtige tot roodachtige vinnen. Baarzen uit helder water hebben een veel duidelijkere tekening en mooier gekleurde vinnen dan soortgenoten die in eerder troebel water leven. In troebel water vervagen de kleuren van de vis, terwijl ze er in helder water echt schitterend uitzien.
Het geslachtsonderscheid is bij Perca niet echt duidelijk: vrouwtjes zijn meestal dikker en mannetjes zijn intensiever gekleurd.
Jachtgroepen
Baars leeft als jong dier in scholen of jachtgroepen. Later leven baarzen solitair. Jonge baarzen kunnen samen gehouden worden met even grote vissen of grotere vissen. Wanneer men ze in het aquarium wil verzorgen moeten er veel schuilplaatsen voorhanden zijn, meer schuilplaatsen dan baarzen. Water van een gemiddelde samenstelling voldoet. De temperatuur mag niet boven de 22°C komen en het water dient goed belucht te worden. Een minimum baklengte van 100 cm is aanbevolen. Oude baarzen kunnen agressief zijn. Grote baarzen zijn moeilijk te houden omdat zij veel vis nodig hebben als voedsel.
Reeds vanaf 17 cm lengte kunnen baarzen geslachtsrijp zijn. Het paaien gebeurt tussen maart en juni, in ondiep water. Een vrouwtje zet tussen 12000 en 199000 eitjes af. De eieren worden afgezet in brede, geleiachtige slierten, tussen waterplanten, stenen en takken. Na 15-20 dagen komen de larven uit en liggen nog even lang op de bodem, terend op hun dooierzak. Jonge baarzen eten eerst plankton, kleine crustaceeën en viseieren, vervolgens insecten en bodemdieren. Later eten zij omzeggens uitsluitend vis. Alleen levend voer wordt aanvaard.
De groeisnelheid hangt af van plaats en waterkwaliteit. Baars haalt een lengte van 20 Ã 35 cm (maximaal 50 cm) en wordt in zuidelijke streken maximaal 7-8 jaar oud. In het koude noorden kan baars 11 tot 12 jaar bereiken. In sommige landen worden baarzen commercieel gevangen met fuiken en netten, ook met geaasde lijnen. Het is een geliefde sportvis. Ook al is het water vaak ijskoud in de winter, er is één vis die zich daar weinig van aantrekt en altijd hongerig is: de baars.
Onder controle houden van goudvissen
Sommige vijverliefhebbers zetten een baars uit in hun siervijver om dienst te doen als natuurlijke predator. De baars controleert de bevolkingsexplosie van vissen in de vijver en vergrijpt zich eerst aan zwakkere en ongezonde vissen. Een natuurlijke selectie is het resultaat. Bezint echter eer gij begint want baars is een hongerige rover die toch vrij groot wordt. Zet ook maar één enkele baars uit. Een paartje kan immers zelf beginnen kweken.