Velen onder ons kennen deze plant van reizen in het Middellandse Zeegebied. Pijlriet kan gebruikt worden in onze tuinen of vijverpartijen. We moeten er wat moeite voor doen. Dan kan dit reuzengras een prachtige aanvulling zijn van de beplanting. De waaiende hoge stokken met blauwgroene bladeren zullen onze watertuin een echt exotisch en ongewoon cachet geven. Veeleisend is dit gewas zeker niet.
Het geslacht Arundo behoort tot de grasachtigen en bestaat uit een twaalftal verschillende soorten, voorkomend in tropische en subtropische streken. Hiervan is Arundo donax de bekendste. In streken rond de Middellandse zee is het een erg veel voorkomend gewas naast rivieroevers en op andere vochtige plaatsen. De planten vormen er soms uitgestrekte bestanden die heel hoog groeien. Ze lijken te concurreren met bomen.
Pijlriet vormt ondergronds dikke, taaie, grillige wortelstokken. Afgestorven wortels worden veel aangetroffen in rivierbeddingen en spoelen vaak aan op stranden. Pijlriet is een reuzengras dat in ons klimaat tot een hoogte van wel 6 meter kan uitgroeien. In zuidelijke streken, waar het niet vriest, worden de stengels nog veel hoger. De blauwgroene bladeren zijn 4 tot zelfs 6 cm breed en 30 cm lang. Ze staan afwisselend en loodrecht op de verticale stengel en de bladpunten hangen naar beneden. Doordat ze waterafstotend zijn blijven regen- en dauwdruppels er op liggen. Verwisselen met andere planten is zo goed als uitgesloten.
De holle, harde, dikke, op bamboe lijkende stengels zijn van tussenschotten voorzien. De stengels zijn kaarsrecht en 3 tot 8 cm dik. Ze worden in het zuiden voor allerlei doeleinden gebruikt. Er worden vishengels mee gemaakt, tuinafscheidingen en steunen voor andere planten. Ook voor het maken van windorgels en panfluiten zijn ze geschikt. Er worden matten gevlochten met gespleten stengels. Deze matten worden vaak gebruikt als beschaduwend element boven terrasjes. Let er eens op wanneer u een eet- of drinkgelegenheid aandoet aan de Middellandse zee. In ons koudere klimaat bloeit pijlriet niet.
Verzorgen
Hoewel pijlriet in onze klimaatzone in principe niet echt winterhard is kan het gewas toch het gehele jaar buiten worden gekweekt. Een winterbedekking is de oplossing. Geef de plant een warme, zonnige standplaats in een vruchtbare, goed doorlatende grond. Normale tot vochtige grond voldoet. Tijdens warmere zomers zal de plant er uitgroeien tot een aanzienlijke lengte, ongeveer 6 meter in onze contreien. In armere, drogere gronden blijft pijlriet kleiner. Tijdens strengere winters zullen alle bovengrondse delen bevriezen. Men zal ze in het voorjaar verwijderen. Wanneer de temperatuur stijgt, zullen zich nieuwe scheuten ontwikkelen. In onze streken wordt geen zaad gevormd. Vermenigvuldiging gebeurt dus uitsluitend door delen. Dat doet men het best in de lente of zomer. Pijlriet is zeker een alternatief voor bamboe. Woekeren doet pijlriet niet en de stengels blijven lang groen (tot ze, meestal in de maand januari, beschadigd worden door diepe vrieskou).
Vooral de bontbladige vorm Arundo donax “Variegata” met haar mooi witbont gestreept blad komt in aanmerking als tuinplant. Hij blijft beduidend kleiner dan de wildvorm en wordt normaal gezien niet hoger dan 2,5 meter. Wel is deze bontvorm gevoeliger voor vrieskou en heeft een dikkere beschermende laag nodig in de winter.
Pijlriet kan ook in de tuinvijver staan. Hij kan, in groep toegepast, een mooie achtergrond vormen voor een wat grotere vijver. Pijlriet is een van de meest statige grassen en trekt de aandacht. De stengels buigen bij wind en de bladeren ritselen bij het zachtste briesje. Men plaats het gewas in de vijver liefst in een grote kuip (minstens 20 liter, beter 80 liter) met een vruchtbare bodemvulling. De bovenzijde van de kuip komt overeen met het niveau 0 cm. Aan de zuidkant van de vijver geplaatst zal hij een lichte zonbescherming geven tegen de middagzon. Wel is de overwintering op het niveau 0 cm eerder problematisch voor deze plant uit zuidelijkere streken. Men kan de container dieper in het water laten zakken of hem uit de vijver halen en ingraven in de tuin. In het laatste geval zal men er een laag bladeren over spreiden als bescherming tegen de winterkoude.