Knikkend nagelkruid zal men in niet veel vijverboeken terugvinden, tenzij in enkele Amerikaanse werken. Nochtans is het een kleinood dat erg lieftallig staat, zo langs de waterkant.
Met speels knikkende knopjes, teder hangende pastelbloempjes en gekke vruchtdragertjes bekoort het ons keer op keer. Het is een van die planten die verschillende malen per jaar bloeien. Het gewasje bloeit langs mijn vijvers in de lente, een paar keer in de zomer en ook nog eens in de herfst.
Het geslacht Geum bevat een 50-tal soorten
Het geslacht Geum bevat een 50-tal soorten doorlevende planten, die wijdverbreid zijn vooral in de gematigde en koude zones. Het genus behoort tot de rozenfamilie ROSACEAE
Knikkend nagelkruid (Geum rivale L.) is in onze lage landen een zeldzame, zeer bedreigde plant. In de flora van 1944 werd hij al gekenmerkt als zeer zeldzaam. De andere, in onze streken voorkomende, soort uit het geslacht Geum is geel nagelkruid (Geum urbanum L.) dat veel algemener is en ook gewoon nagelkruid wordt genoemd. Op sommige plaatsen vindt men eveneens het zeer zeldzame bastaardnagelkruid (Geum x intermedium Ehr.). Dit is een spontane kruising tussen de twee inheemse soorten en heeft donkergele bloemen, afstaande kelkslippen en kort gesteelde vruchtjes. Het bastaardnagelkruid kan weer terugkruisen met de ouderplanten en daardoor ontstaan zogenaamde bastaardzwermen.
De groei en bloei van knikkend nagelkruid
Laat ons eens neerknielen en bekijken hoe de plantjes eruitzien. De rozetten van knikkend nagelkruid bestaan uit gesteelde, rondachtige, tot 15 cm grote bladeren die voor tweederde of volledig driedelig zijn. Wetenschappelijk noemt men ze afgebroken geveerd. De bladlobben zijn grof getand. De bladeren zien er wat uit als die van aardbeien. De geelachtige roze oranje, wat dof purperbezweemde bloemen hangen als kleine klokjes aan de vertakte, behaarde bruinrode stengel en geven met hun bruinrode kelkblaadjes de plant een eigenzinnige sierlijkheid. De kroonbladeren zien er van buiten roodachtig uit en van binnen eerder geel. Ze zijn breed omgekeerd eirond en genageld en ze zijn iets korter of iets langer dan de kelk. Het leuke gewasje wordt tot ongeveer 45 -50 cm, soms 60 cm hoog. Knikkend nagelkruid bloeit normaal gezien in mei en juni, maar ook later. Insecten zorgen voor de bestuiving. Aan het eind van de bloei komen de bloemen overeind. Vervolgens worden de zaadbundeltjes door een steeltje boven de kelk uitgetild. Ook dit is een fraai zicht. De vruchtjes zijn zacht behaard.
Zeldzaam te vinden in de natuur
Zoals aangehaald is dit vochtminnende plantje in onze contreien nog nauwelijks in het wild te vinden. Buiten onze landsgrenzen zal men met meer geluk kunnen zoeken. Knikkend nagelkruid komt in de natuur voor langs oevers, in vochtige bosjes, op schaduwrijke plaatsen, natte weiden in Europa, Voor-Azië en Noord-Amerika. Het plantje is meer algemeen in alpenweiden, waar het kan voorkomen tot op meer dan 2100 m hoogte.
Namen en variëteiten die voor ons van betekenis zijn
De naam geum werd door Plinius gebruikt voor een plant met zwarte, dunne, aromatisch wortels. Anderen beweren dan weer dan geum komt van geuein (=smaken), omdat de wortelstok de vroeger erg gegeerde nagelolie bevat. Rivale betekent beekbewonend. In het Nederlands wordt de plant nagelkruid genoemd omdat de verse wortel naar kruidnagel ruikt en wellicht ook omwille van het uitzicht van de bloemen met hun kelkblaadjes als nageltjes. In het Duits wordt de plant Bach-Nelkenwurz genoemd. In het Engels gebruikt men de naam water avens maar ook Indian chocolate.
Er werden een aantal variëteiten van knikkend nagelkruid ontwikkeld, die attractiever zijn dan de wildvorm en vaak herbloeien, zelfs tot in de late herfst. Geum rivale “Jeannie Ross” is roze. Geum rivale “Lionel Cox” geeft eerder zachtgoudgele bloemen, gehouden in bruine bloemkelken. Geum rivale “Leonard (“s Variety)” draagt koperkleurig romig roze-oranje bloemen met gele meeldraden die er juist uitpiepen. Doordat de bloem wat klokachtig van vorm zijn is dit een zeer mooie en erg gewilde variëteit. Geum rivale “Alba” heeft witte bloemen en is misschien de minst interessante van de variëteiten. De kleur wit is niet erg flaterend en bij deze vorm knikken de bloempjes minder opvallend dan bij de andere. De bloemen van de cultivar Geum rivale “Salmon Bells” zijn niet echt groot maar deze vorm heeft als voordeel geen last te hebben van roest op de bladeren.
Het toepassen van knikkend nagelkruid langs de vijver
De verzorging is echt eenvoudig. Knikkend nagelkruid wordt veel te weinig toegepast door vijverliefhebbers. De winterharde, wat uitstoelende plant gedijt in normaal vochtige tot natte grond. Laat ons zeggen dat het een “vochtminnende plant” is, die ook op zijn plaats is op het niveau 0 cm. Halfschaduw wordt probleemloos verdragen. Knikkende nagelkruiden, en dan zeker de mooie variëteiten zijn bruikbaar langs de rand van de allerkleinste waterplasjes. Vermenigvuldiging gebeurt door (liefst in herfst of lente) delen van de plantenbasis of door uitzaaiing. De kiemkracht van het zaad kan wel erg variëren. De planten hebben er baat bij wanneer ze zo ongeveer om de drie jaar gedeeld worden. Zij prefereren een vruchtbare bodem.
Voor een maximaal kleureffect kan men Geum in grote groepen aanplanten, die goed te combineren zijn met sleutelbloemen en hosta”s. Toch kunnen ook alleenstaande planten erg opvallen. Ze zijn vertederend mooi, met hun lieflijk hangende hoofdjes in zachte, slechts gedeeltelijk gemengde kleuren.
Geum rivale wordt niet gegeten door konijnen, wat een interessant weetje is voor degenen die geplaagd worden door deze knaagdieren.
Desinfecterende en pijnstillende geneeskracht
Knikkend nagelkruid is een oud geneeskruid maar werd minder gebruikt dan het gewoon nagelkruid. De naar kruidnagel ruikende wortel bevat een etherische olie waarvan de werking vooral te danken is aan de aanwezigheid van eugenol. Dit is een desinfecterende, plaatselijk pijnstillende, maar in grote hoeveelheden niet ongevaarlijke stof. Gebruik ervan kan tot bedwelmende en levensgevaarlijke toestanden leiden, waar de patiënt zich gelukkig over het algemeen wel snel van herstelt. Van eugenol zegt men voorts dat het ongedierte doodt, vooral luizen.
Groei gaat verder, ook als snijbloem
Voor de liefhebbers die bloemschikken: van Geum kan men een boeketje plukken voor binnen. Het leuke eraan is dat het groeiproces doorgaat. De bloemen hangen eerst over en zijn donker. Bij het opengaan komen ze rechtop en verbleken, om te eindigen als een sierlijke groen vruchtbol, bezet met rode haakjes. Elke dag verandert het tuiltje van kleur en vorm. Het proberen zeker waard.