In het vijverwater zijn heel wat mineralen, zouten maar ook een aantal gassen opgelost. De gassen die in het water gevonden kunnen worden zijn zuurstof, koolstofdioxide en stikstof.
De oplosbaarheid
Niet alle gassen zijn even goed oplosbaar in water . Koolstofdioxide (CO2) is het best oplosbaar in water, veel beter dan stikstof (N). Koulstofdioxide kan in het water nagenoeg dezelfde concentratie hebben als in de lucht. Zuurstof (02) lost maar 2 keer zo goed op in water als stikstof. In water zit maar nagenoeg 5% zuurstof van wat er normaal in de lucht zit.
De temperatuur van het water heeft een grote invloed op de oplosbaarheid van gassen in het water, bij hogere temperaturen lossen gassen minder goed op dan bij lagere watertemperaturen. Daarnaast is de luchtdruk ook verantwoordelijk voor de hoeveelheid aan gassen in het water. Bij een lage luchtdruk onweer en storm) kan het water minder gassen oplossen dan bij een hogere luchtdruk.
De uitwisseling
De hoeveelheid opgeloste gassen in het water is nooit constant en er is voortdurend uitwisseling van gassen tussen de lucht en het water. Deze uitwisseling van gassen wordt onder andere veroorzaakt door:
- beweging van het water, pomp, skimmer, luchtstenen, waterval, fontein,¦ brengen meer lucht in contact met water.
- de ondergedoken waterplanten (zuurstofplanten) en algen geven overdag zuurstof aan het water maar verbruiken zuurstof in de nacht.
- het dierlijke leven in het water, de vissen en micro-organismen verbruiken zuurstof en geven koolstofdioxide af.