Waarom verbruikt een zwemvijver minder energie dan een klassiek zwembad?
Bij klassieke zwembaden gebruikt men mechanische filters, onder andere zandfilters. Dat betekent dat er veel debiet en vrij veel druk nodig is. De gebruikte pompen zijn zwembadpompen en die gebruiken veel energie.
Bij zwemvijvers hoeft er helemaal niet overdreven worden met het waterdebiet dat door het filterbed stroomt. De biologische filtering is hier erg belangrijk. De micro-organismen moeten de kans krijgen hun werk te doen.
Het totale watervolume loopt bij een zwemvijver ongeveer vier à zes maal per dag door de moeraszone. Dat is dus om de zes à vier uur. De pomp wordt gekozen in functie van dit gegeven. Men kiest hier voor betrouwbare vijverpompen, geschikt voor zwemvijvertoepassingen. Er bestaan zeer energiezuinige vijverpompen. Vooral Duitse pompenmerken voeren binnen hun gamma zogenaamde ‘eco’ pompen. Het stroomverbruik ligt vaak 30 tot 50% lager dan bij vergelijkbare bestaande pompen. De ervaring leert dat nat opgestelde vijverpompen (dus in het water liggend) gemiddeld langer mee gaan dan droog opgestelde. Men kiest bij zwemvijvers vaak voor twee kleinere vijverpompen in plaats van één grote. Dat heeft als voordeel dat wanneer er eentje stilvalt de andere nog blijft draaien. In de winter kan men het systeem op één pomp laten draaien en zo heel wat energie besparen.
Waarom staan er planten in de zwemvijver?
Planten worden in de zwemvijver toegepast om esthetische redenen maar ook en vooral omdat ze nuttig zijn. Planten kunnen namelijk iets belangrijks: fosfaten en nitraten opslorpen en omzetten tot weefsel. Weinig eisen stellende en snel groeiende planten zijn het meest aangewezen voor moerasbedfilters. Hoe sneller een plant groeit hoe meer voedingsstoffen hij verbruikt. Vooral “grasachtigen” (Poaceae) voldoen erg goed. Ze moeten de hoofdmoot uitmaken van de moerasbeplanting. De in onze streken voor zwemvijvers meest gebruikte moerasplanten zijn: iris (vooral gele lis), kalmoes, dwerglisdodde, egelskop, liesgras, waterkers, waternavel en beekpunge. Ze worden best in grote aantallen aangeplant op het moerasbed. Hun onderhoud is eenvoudig. Ook zuurstofplanten kunnen gebruikt worden om te helpen bij het zuiveren van het water. Het is belangrijk dat de vijverplanten geen gevaar opleveren voor de waterdichting en dat ze gemakkelijk te onderhouden zijn. Riet en de grote soorten lisdodde zijn daarom te mijden. Hun puntige wortelstokken kunnen immers door de waterdichting priemen. Soms worden er – enkel voor de schoonheid – kleinere variëteiten waterlelies geplant in de wat diepere delen (bijv. 40 à 50 cm) van het moeras. Dat zorgt voor bloemenpracht gedurende een lange periode.