Kroosvaren drijft op het water en heeft een sterk vertakt rhizoom, dat echte wortels draagt. De tweelobbige bladeren, die dicht op elkaar staan en tweezijdig geschikt, zijn diep gedeeld. De bovenste lob, die soms bruinrood is, bevat chlorofyl. Ze heeft een holte, waarin in symbiose het blauwwier Anabaena azollae leeft. Dat betekent dat twee wezens samen leven tot wederzijds voordeel. Het blauwwier heeft de mogelijkheid stikstof te fixeren en het geeft deze, in ruil voor voedingsstoffen door aan de kroosvaren. Gooi daarom overtollig kroosvaren niet weg maar gebruik het in het compost of als mulch tussen tuinplanten. Het is een goede meststof voor tuinplanten.
Soorten
Er zijn zes soorten Azolla bekend, waarvan er in onze streken twee genaturaliseerd zijn, namelijk Azolla filiculoides (grote kroosvaren of rode kroos) en Azolla caroliniana (kleine kroosvaren). Ze zijn afkomstig uit Noord-Amerika. Azolla pinnata is afkomstig uit Zuid-Amerika. Deze soort heeft verdeelde wortels terwijl filliculoides eenvoudige, rechte wortels heeft. Een ander verschil zit in de bladeren die er bij A. pinnata driehoekig uitzien. Men noemt deze soort daarom “christmas tree fern” in Amerika.
Kroosvarentjes zijn sporenplanten. Er worden twee soorten sporen gevormd (evenals de vlotvarens zijn het dus heterospore varens). De sporendragers zitten op de onderste lob van het eerste blad van een zijtak.
In de tuinvijver
We hoeven deze plantjes alleen maar in de vijver te kieperen. Als ze er zich behagen dan vermenigvuldigen ze zich snel. De kleur van onze kroosvarentjes kan sterk variëren, van groen tot baksteenrood. Dat geeft soms aardige uitzichten. Vooral in de tussenseizoenen, en zeker in de herfst zien we de hevigste kleuren. Azolla kan te veel gaan woekeren en een probleem vormen wanneer hij niet regelmatig wordt uitgedund. Als we er teveel hebben kunnen we er nuttig gebruik van maken. Azolla kan immers gebruikt worden als een stikstofrijke en bovendien onkruidzaadloze mulch voor de tuin.
Kroosvaren en een beroemde tuinier
Edward Augustus Bowles was een bekende tuinder die in Enfield (Middlesex) een twee hectaren grote prachtige tuin had. Hij was waarschijnlijk een van de beste amateur-tuiniers uit zijn tijd. Buiten zijn de achting die hij kreeg omwille van zijn bekwaamheid en gedrevenheid was hij ook erg geliefd door zijn tijdgenoten vanwege zijn humor, menslievendheid en warmte.
Veel tuinplanten hebben zijn naam gekregen, ofwel omdat hij ze vond of ontwikkelde, ofwel omdat men hem eer wilde aandoen. Bij de vochtminnende planten vermelden we onder andere: Carex stricta “Bowles” Golden”, Mentha rotundifolia “Bowles”, Rheum palmatum “Bowles” Crimson” en Salix “Bowles” Hybrid”.
Bowles reisde veel en was steeds op zoek naar nieuwe planten. Zo was hij eind van de jaren achttienhonderd eens op plantenjacht in Biarritz. Hij vond er een vijver, mooi rood gekleurd door Azolla caroliniana (klein kroosvaren). Hij noemde het een “prachtige watervaren” en stuurde enkele van deze planten in een pakketje nar huis. Bij zijn thuiskomst was hij laaiend enthousiast toen hij zag dat de plantjes zich hadden vermeerderd. Hij vond het leuk ermee te spelen door ze onder te duwen. Wanneer ze weer aan het oppervlak verschenen waren ze even droog als daarvoor. Soms bleven er wel enkele druppeltjes op de bladeren die in het zonlicht glansden als diamanten. Hun aantal nam alsmaar toe in zijn vijver in Enfield, Engeland. Bowles moest al voor het eind van de maand juli hele kruiwagens ervan verwijderen om nog water te kunnen zien. In de winter vroren de kleine plantjes vast in het ijs; toen het ijs smolt waren ze mooier dan ooit met een nog dieper karmozijnrode kleur. Ze kwamen ook terecht in andere vijvers in zijn rotstuin en lieten er zich niet uitroeien. Ze kamen ook in de rivier New River terecht die door zijn tuin stroomde en bedekten er een bocht. Gelukkig volgde daarop een strenge winter en overleefden de plantjes deze niet.
Dit verhaal leert ons dat het woekerende vermogen van deze plantjes zeker niet mag onderschat worden. Ook in bepaalde streken van Nederland heeft men er nogal wat last van. De kanaaltjes van Boskoop zijn volledig ingepalmd door deze “exoten”.