De natuur zal ons altijd blijven verbazen. Naaldkruid is een vetplantje dat onder water groeit. Toch wel iets heel bijzonder, deze “woestijnplant” uit Australië die niet alleen winterhard maar ook wintergroen blijkt in onze streken. Als vijverbezitters kunnen wij niet anders dan geïnteresseerd zijn.
Naaldkruid werd in 1899 door T. Kirk als Tillaea helmsii beschreven in. Het plantje werd in 1907 onder het genus Crassula geplaatst door Cockayne. Naaldkruid komt nog erg vaak in de handel onder de ongeldige naam Tillaea recurva. Andere onjuiste namen zijn Tillaea helmsii en Bullardia recurva. De Nederlandse naam naaldkruid is erg slecht gekend en wordt nauwelijks gebruikt.
Crassula helmsii is als moerasplant klein en verbreidt zich kruipend. Bij deze landvorm liggen de kleine stengeltjes eerst plat en richten zich daarna op terwijl zij zich enkele malen vertakken. De vlezige naaldachtige blaadjes (4-lO mm lang en 1-2 mm breed) zijn lijnvormig en staan in paren om en om. Ze zijn kruisgewijze tegenoverstaande en zittend. De ondergedoken vorm (f. submersa) heeft langere, zachtere stengels en blaadjes en kan tot 90 cm lang worden. Onder water zijn de blaadjes tot 15 (18) mm lang maar slechts 0.5 – 1 mm breed. De bovenste blaadjes kunnen op het wateroppervlak gaan drijven. Onbeduidende, heel kleine (3mm) bloemetjes met 4 witte kroonblaadjes en 4 groene kelkblaadjes verschijnen in de zomer aan de stengeltopjes. Ze zijn tweeslachtig.
Ondiepe wateren en moerassen van Australië en Nieuw-Zeeland vormen het oorspronkelijke verspreidingsgebied van naaldkruid. Het gewasje is in Engeland hier en daar ingeburgerd en de laatste 25 jaar vrij explosief woekerend. Anders dan in Australië vermeerderen de planten zich in Engeland beter in snel stromend water en zelfs in meren tot op een diepte van 3 meter.
Crassula komt van het Latijn crassus = dik en slaat op de dikke, meestal wateropslaande bladeren van het geslacht. Helmsii verwijst naar R. Helms, die leefde van 1842 tot 1914,
Het genus Crassula omvat een 300 kruidachtige “vetplanten”, meestal uit droge, warme gebieden. De bovenwatervorm van naaldkruid draagt kleinere, maar dikkere blaadjes. Aan deze glanzende blaadjes is duidelijk te zien dat het om een vetplant gaat.
Een waterplant uit een geslacht van vetplanten is wel iets heel aparts. Vergelijk het hier besproken plantje maar eens met één van zijn naaste verwanten Crassula arborescens (ulifantenboom), een courante kamerplant die in de natuur 4 m hoog kan worden.
Crassula helmsii groeit in zijn natuurlijk milieu alleen in ondiepe wateren, maar groeit in Engeland ook in meren tot op een diepte van 3 m. Naaldkruid heeft zich in Engeland de laatst 25 jaren zo explosief vermeerderd dat inheemse waterplanten er door worden verdrongen.
Het is een prima zuurstofplant voor de vijver maar kan er wel wat gaan woekeren. Heel kleine witte bloemetjes komen tot ontwikkeling aan stengels die het wateroppervlak hebben bereikt. Ook langs de oever, op vochtige grond worden bloemetjes gevormd tussen de er gevormde dichte matjes van door elkaar gestrengelde takjes.
Toepassing en verzorging
Naaldkruid kan gekweekt worden onder uiteenlopende omstandigheden: modder, ondiep water of vrij diep water. De plant wordt meestal met rust gelaten door de vissen, zelfs door grotere koi.
Ondergedoken als zuurstofplant is naaldkruid van zeer grote waarde want is immergroen. Naaldkruid groeit onder water soms sneller in de winter dan in de zomer, mogelijk omdat er dan minder concurrentie is van andere zuurstofplanten en draadalgen. Naaldkruid zorgt er aldus voor dat zelfs onder een ijslaag zuurstof wordt geproduceerd.
Crassula helmsii is bruikbaar als aquariumplant (koudwater of tropisch tot 23 graden) maar verlangt wel een sterke belichting. Al bij al is hij toch wat moeilijker houdbaar in aquaria maar wel goed toepasbaar in het paludarium. Emerse cultuur is erg makkelijk, zelfs in droge kamerlucht. Vermenigvuldiging gebeurt probleemloos door stekken of delen,
Invasieve exoot
Watercrassula (Crassula helmsii) is een voorbeeld van een verwilderde sierplant die een echte plaagsoort is geworden. Watercrassula kan zich vegetatief verspreiden; zelfs een heel klein stukje stengel van slechts drie milimeter kan weer uitgroeien tot een nieuwe plant. De plant heeft zich in Nederland ongekend snel verspreid.