Bacteriën zijn onmisbaar voor de vijver, voor het biologische evenwicht en de afbraak van organisch materiaal. Bacteriën vermeerderen zich spontaan. De vraag is of het nut heeft bacteriën toe te voegen.
De vijver wordt vervuild
Een vijver wordt vervuild door resten van visvoeding, visuitwerpselen en organisch tuinafval. Tenzij er iets aan gedaan wordt, kan dat nare gevolgen hebben. Organisch bezinksel vormt slib. Vissen produceren ammonium en ammoniak, die eveneens vrijkomen bij afbraak van organische stoffen. Ammoniak is giftig en veroorzaakt stress bij de dieren. Stress maakt de dieren gevoelig voor besmetting en ziekte. De combinatie van stress en ziekteverwekkende bacteriën kan leiden tot ernstige problemen.
Het vijverwater moet worden gezuiverd
Dat vereist een efficiënt beheer van de waterkwaliteit. Wat hebben wij daarvoor nodig?
- Efficiënte beluchting, want biologische zuivering gebeurt met behulp van zuurstof.
- Efficiënte biologische filtratie,want biologische zuivering verloopt beter in een filter.
- De juiste fysisch-chemische parameters in het water (een apart onderwerp) De nodige bacteriën die de biologische zuivering uitvoeren.
Efficiënte beluchting
Die dient hoofdzakelijk om een verticale watercirculatie tot stand te brengen in de vijver. De oppervlakte van de vijver is meestal groot genoeg voor zuurstofopname, en de meeste vijvers zijn trouwens te ondiep voor een zuurstofopname uit bodem-beluchting van enige betekenis. Door de verticale circulatie wordt het water voortdurend gemengd en komt zuurstofrijk water ook op de bodem terecht. Zo voorkomt men de vorming van anaëroob slib en de onaangename geuren die daarin ontstaan. De waterzuivering gebeurt hoofdzakelijk in de filter en die moet dus ook zuurstof krijgen.
Efficiënte biologische filtratie
Zwevende stoffen worden verwijderd in de voorfilter (vortex en/of borstelkamer). De rest van het werk wordt verricht door verschillende groepen bacteriën. Het filtermateriaal zorgt voor een draagvlak voor die bacteriën. Keuze van het materiaal is belangrijk. Men verkiest grote specifieke oppervlakten, maar het mag niet verstoppen. Een goede filter is donker. Licht is schadelijk voor bacteriën.
Eerst wordt de opgeloste organische vervuiling afgebroken. Daarna pas kan nitrificatie plaatsvinden (afbraak van ammonium, ammoniak en nitriet). In beide fasen is zuurstof vereist. Denitrificatie (afbraak van nitraat) gebeurt meestal zonder zuurstof.
UV-filters worden best geplaatst voor de biologische filter. Die dienen om de bacteriën te doden die in de filter binnenkomen, niet de bacteriën die de filter verlaten.
Wie doet wat in biologische filtratie?
Heterotrofe bacteriën breken organische stoffen af. Zij gebruiken organische koolstof als voeding om zich te ontwikkelen.
Lithotrofe bacteriën zetten ammonium en ammoniak om in nitriet, en nitriet in nitraat. Zij gebruiken anorganische koolstof als voeding om zich te ontwikkelen. Daarom is het belangrijk om de carbonaathardheid van het water steeds op peil te houden.
Denitrificerende bacteriën breken nitraat af tot stikstof en dit meestal in een anoxische zone in de filter of vijver,maar aërobe denitrificatie komt eveneens voor.
Bestrijding van algengroei
Bacteriën worden ook gebruikt om algen te bestrijden. Bacteriën doden geen algen. Zij beconcurreren de algen voor voeding. Bacteriën vermeerderen sneller dan algen en ontnemen daarom de voeding aan algen. Dat vraagt natuurlijk een efficiënt beheer van de waterkwaliteit en een actieve bacteri ële biomassa. Algen maken gebruik van licht, in tegenstelling tot bacteriën die beter werken in een donkere omgeving.
Verwijdering van organisch slib
Bacteriën nemen enkel opgeloste stoffen op. Zulang die aanwezig zijn in het water, halen de bacteriën hun voeding uit het water. Zodra er geen opgeloste voeding te vinden is, gaan de bacteriën op zoek naar vaste stoffen die zij kunnen omzetten tot opgeloste voeding d.m.v. enzymen die zij daarvoor produceren. Zo wordt bvb. het organisch gedeelte van het slib in oplossing gebracht. De opgeloste vervuiling die daarbij vrijkomt, wordt afgebroken door bacteriën in de biologische filter en in de vijver.
Hoe zit het met ziekteverwekkende bacteriën?
De grote hoeveelheden geselecteerde nuttige bacteriën die toegevoegd worden, beconcurreren de ziekteverwekkende bacteriën voor voeding en beperken hun aangroei. De pathogene bacteriën geraken in de minderheid en hebben weinig kans om te ontwikkelen. De verbeterde waterkwaliteit draagt bij tot minder stress en de vissen zijn minder gevoelig voor ziekte en besmetting. Voorkomen is beter dan genezen. Antibiotica doden schadelijke bacteriën evenals nuttige bacteriën. Daarenboven bouwen bacteriën een weerstand op tegen antibiotica.
Eenmalig gebruik of wekelijkse toevoeging?
Bacteriën worden in de vijver opgegeten door vissen, slakken, ongewervelde diertjes, enz. In de filter zijn zij de prooi van andere bacteriën en protozoa. Bacteriën groeien voortdurend aan in het systeem, maar de verschillende groepen ontwikkelen niet met dezelfde snelheid. De verhouding tussen die groepen is essentieel voor een efficiënte waterzuivering. Dat kan niet gecontruleerd worden, en het is daarom aangewezen om wekelijks te doseren.